Het Beleg en de slag om Huissen
Op zaterdag 25 juni zal de strijd om Huissen los barsten. De Huissense gilden, en verschillende groepen strijders, zullen het stadje weer bevrijden van Hertog van Gelre. Het Beleg en Ontzet van Huissen vond plaats van 26 mei tot 25 juni 1502, toen Hertog Karel van Gelre vanuit Arnhem probeerde om de Kleefse enclave Huissen in te nemen. Het beleg eindigde met de hulp van Kleefse legertroepen, die het Arnhemse leger versloegen in een veldslag. Zaterdag 25 juni staat vol met tradities met als hoogtepunt de Slag om Huissen. Vanaf 11 uur zullen de gilden door het centrum van Huissen gaan, er zal gevist worden in de strang, om te laten zien dat we voedsel genoeg hebben. De Wildeman zal kinderen vermaken en barricaden opwerpen. Omstreeks 16:00 zal de slag om Huissen plaats vinden aan de molenweide. Daar is ook het Gelderse kampement. Na de slag zullen de gilden met hun strijders in triomftocht door Huissen gaan.
De slag om Huissen
beleg en ontzet van Huissen
Het beleg en ontzet van Huissen is een van de tradities die door de gilden al eeuwen in stand wordt gehouden. Vanaf de slag in 1502 tot aan de dag van vandaag. Maar is het altijd zo geweest zoals we het nu vieren? Nee, in de loop der eeuwen zijn er dingen bijgekomen, maar ook sommige dingen verdwenen, of aangepast. Zelfs het huidige Sint Gangulphus gilde bestond toen nog niet. Het Sint Antonius en St. Joris gilde waren op dat moment de beide gilden van de stad. Pas in 1536 ontstond door een fusie van die beide gilden het huidige St. Gangulphusgilde. De processie rondom het kerkhof is een viering in de gildenkapel geworden. De gildenkapel dateert uit 1975, voor die tijd was de viering in de kerk. Waarschijnlijk hebben de gilden wel een eigen altaar gehad in de oude kerk die in 1930 verbouwd is.
Het oudste verslag van de slag is geschreven door pastoor Hendrik Hubers, overgeschreven vanuit een ouder gildeboek, wat verloren is gegaan
Anno 1502 is toe weten, dat den Hertouch van Gelre de stad van Huessen met groote macht belacht op Zonnedag post Sacranebti end was op St Maximinus Dach ende lach daer voor bis ipsa die Joannis et Pauli end hij tooch door sijne swaare Hoemoet op Iseloort over snachts, in meyninge onse vrunden die tegen omtrent Pottings Huis aver lagen te verslean, end als hij kwam aan die Angeroise gemeinte daer onse vrienden lagen, soo schoten onse vrienden met een kartouwe in oeren hoop, end schoten veel menschen dood, sodat den Hertouch van Gelre vloe, und onse vrienden vingen van de Gelderse aver de drie honderd, und als die Gelderse die noch voor Huessen lagen dat ziende worden, so vluchten zij schandelijk van de stadt, und die Burgers met die knechten van Huessen liepen de stadt uut, ende namen vier kartouwen, twee hoofdstucken, drie slangen und veele allerhand Buschkruyt, gereedschap und veele Provisie en ander goed, dat onsprekelick waar, Des God Danck und lof in Eewigheyt hebben moet. Dit is Extrahirt uut een out stads Protocoll Tot sulcke gedenkenisse sijn de schutten jaerlix in ‘t geweer op Joannis et Pauli en hooren de dyenst Godes dankzegging aen God almachtig. Dat dit woordelijk Lettelijk getuigd.
Hendrik Hubers Pastoor, Huisfen, 5 maart 1799
Het begin van de belegering en de slag om de stad;
In 1492 keerde Hertog Karel van Gelre terug in dit gewest en raakt onmiddellijk in conflict met Philips von Habsburg. Hertogdom Kleef stond aan de kant van de Habsburgers.
1498 tot 1501 werd er een felle oorlog gevoerd waar veel schade ontstond in Oost Gelderland.
Van 19 maart 1501 tot 1 april 1502 was er een wapenstilstand om vrede te sluiten.
Dat lukte niet. Terwijl de onderhandelingen gaande waren bouwde Gelre een leger op voor een nieuwe aktie: De belegering van Huissen.
26 mei 1502, troepenopbouw rondom de stad, het begin van de belegering.
7 juni de eerste poging om de stad stormende hand te veroveren mislukte
In Wesel Rees en Emmerich werd een leger samengesteld door Hertog Johan van Kleve.
25 juni lande dit leger ten zuiden van Groessen
Karel van Gelre trok met een leger vanuit Arnhem de IJssel over op 25 en 26 juni.
In de ochtend van 26 juni troffen de legers elkaar in de Angeroyense waard.
De Geldersen liepen in een hinderlaag en sloegen op de vlucht. De Hertog kon nog net ontsnappen.
De Geldersen die voor de stad lagen zagen dit allemaal gebeuren en sloegen eveneens op de vlucht.
Na de slag:
De herdenking werd begonnen met een processie rondom het kerkhof.
In 1536 fuseerden het Sint Antoniusgilde en het Sint Jorisgilde tot het huidige Sint Gangulphusgilde.
Het Sint Gangulphusgilde zette de herdenking van het beleg en ontzet voort.
In 1618 brak de dertig jarige oorlog uit, de gilden hadden bijna geen activiteiten, maar de processie ging gewoon door.
In 1777 werd het St. Gangulphus weer wakker, en kreeg een grote opleving.
Men begon met de herdenking met een eucharistieviering voor de overleden gildenbroeders.
Na deze viering ging men vissen, een groep in de strang, een andere groep in de Angerse strang bij de Brouwketel. De groep van de Brouwketel werd als eerste ingehaald, hieruit is het vuurvechten ontstaan.
In 1836 is er de eerste beschrijving door een “buitenstaander” dominee R. G. Jonckers, predikant te Huissen. Hij schrijft in de Gelderse volksalmanak uit 1836 het volgende:
“Het stedeke Huissen, iets hoger dan Arnhem, in de Overbetuwe, heeft nog menige bijzonderheden binnen het oude stadje. Eigendom van de Kleefse hertogen en ook nog van het koninkrijk Pruissen, tegenwoordig aan Gelderland gevoegd. Het bewaard een bijzondere geschiedenis, dat jaarlijks opnieuw wordt uitgevoerd. Het schuttersfeest, niet alleen het schijfschieten maar het gevecht om Huissen. De schutterij wordt in twee delen opgesplitst, op een weg die door een weiland naar de Rijn gaat. Hier raken deze twee partijen met elkander slaags. De partij die van de stad komt moet altijd als overwinnaar terugkeren. Als bewijs dat er heftig gevochten is menen sommigen strijders zich met rode verf te bestrijken, als bloedig gewonden. Maar er is nooit een legerwagen nodig om de gekwetsten te vervoeren. Niet minder vreemd is de tweede plechtigheid, ook met dit schuttersfeest, een visvangst die in de oude strang, toen Huissen nog bij Kleef hoorde, in het Gelderse gebied lag. Met grote schepnetten waarschijnlijk om aan te duiden het voorrecht dat de inwoners hadden om voldoende voedsel te hebben. De schutterij munt bijzonder uit met haar vaandels en vaandeldragers bij elke gelegenheid als een eerbewijs, met hun vaandels te zwenken. De schoonheid der vaandels in elke beweging tot groots gejuich van de bevolking”.
In 1661 werd het St. Laurentius gilde opgericht en had zijn eigen koningschieten en feest.
Door het dalende aantal leden werd in 1839 aan het St. Laurentiusgilde gevraagd om de herdenking van het beleg en ontzet mee te vieren. De feestdagen waren op 24, 25 en 26 juni.
Daarna nam het ledental toe. Bij Laurentius nam het ledenaantal af en op de vierde zondag na Pasen in 1889 werd besloten om voortaan met de broeders van St. Gangulphus samen koning te schieten en de herdenking van de slag om Huissen. De gilden waren nu geen concurrenten meer van elkaar maar werkten samen tot de dag van vandaag.
In 1897 stond dit verslag in de Arnhemse koerier:
Te Huissen wordt deze glorierijke overwinning, hoofdzakelijk door de schutterijen dier plaats behaald , nog heden nu en dan op St.Maximiusdag gevierd, althans voor nog weinige jaren was dat het geval. Eenmaal had ik het genoegen dat herinnering feest bij te wonen. In de koffiezaal van het logement van den heer Peters, tegenover het gemeentehuis, was een gezelschap, ‘t welk den raad van verdediging voorstelde, vergaderd. Aan het hoofd van dien raad stond de tijdelijke burgemeester , die alleraardigst de komedie meespeelde. Nadat de raad een tijdlang vergaderd geweest was, werd een parlementair ingeleid, die uit het leger van den vijand , ‘t welk zich aan het Looveer bevond , gezonden was om de stad op te eischen. Toen de man , die geblinddoekt tusschen twee bewakers was binnengebracht, van zijn blinddoek ontslagen was, eischte hij de stad op, terwijl hij de op groote macht van de belegeraars beweerde dat alle tegenstand nutteloos was en met de verschrikkelijkste dingen dreigde, als de stad met geweld genomen moest worden. Hij trachtte door het spreken van slecht Duitsch de illusie te versterken. Kalm en met waardigheid werd hem geantwoord , dit men den vijand niet vreesde en besloten had de stad tegen iederen vijand te verdedigen. De parlementair werd uitgeleid en terstond rukte op den Loodijk de vijand een voorstellende troep Huissenaars, aan. Op dien dijk had men een hoop gemaakt van stroo en andere brandstoffen. Deze werd ontstoken en van weerskanten sloeg men onder luid geschreeuw met stokken in het vuur. Toen dat vernield was , gaven de aanvallers den kamp op. Zij werden als gevangenen binnen gebracht, maar terstond ontslagen om met de rest feest te vieren. Ik hoorde dat gewoonlijk na het gevecht ene vischpartjj plaats had, waarbij een persoon, » Klein Evertje’, ter poele gebracht, dat is in het water geworpen , werd. Dat heb ik echter niet bijgewoond. Het Klein Evertje zegt de legende, dat hij de stad aan de Gelderschen had verraden, maar dat zijn plan gelukkig nog tijdig ontdekt werd en alzoo niet kon ten uitvoer gebracht worden.
Voor zover we terug kunnen lezen werd het beleg en ontzet tot 1935 op het binnenveld gehouden.
Van de gemeente kregen de gilden later geen vergunning meer en zijn naar de Molenweide gegaan.
En het “vuurvechten” werd op de looveerweg uitgevochten.
1929 / 1932 Van de Ven beschrijft regelmatig het Huissens spiegelgevecht en maakt er twee films over. In het “jongens jaarboek” uit 1929 wordt ook uitvoering het beleg en ontzet van Huissen beschreven. Tot en met 1986 werd op zondag voor koning geschoten, en op maandag werd het beleg en ontzet gevierd. Na het grote jubileumfeest in 1986 werd besloten om op zaterdag de slag om Huissen te herdenken en na te spelen. Dit gebeurde altijd rond 25 juni. De slag vond altijd plaats op de looveerweg, maar door het toenemende verkeer is omstreeks 1990 het verplaatst naar de Molenweide.
In 2016 werd het “Beleg en ontzet paneel” onthuld, op de plaats waar de slag daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het paneel staat aan de dijk richting Angeren.
Het paneel verteld dan ook het verhaal van die slag en de herdenking van die slag. Zodat herinnering aan deze, voor Huissen, belangrijke slag niet verloren gaat.
Sinds 2018 wordt de slag om Huissen in het laatste weekend van juni gehouden dan heeft men een vaste datum wat voor de promotie belangrijk is.
Traditie is een gewoonte van nu maar met de wortels in het verleden. Traditie is levend, in de loop van de eeuwen zijn er gebruiken verdwenen maar ook bijgekomen. Klein Evertje heeft plaats gemaakt voor de wildeman. In de jaren 60 van de vorige eeuw werd het “vuurvechten” steeds meer uitgebreid, het “teerhuus” kwam erbij. In juli 1958 werd de gilde maaltijd in ere hersteld. En de toekomst? Wie weet, maar de slag om Huissen zal altijd herdacht, nagespeeld worden in welke vorm dan ook.